-
1 blanchir
blanchir [blãsĵier]♦voorbeelden:1 blanchir sous le harnais • in de dienst, in zijn beroep vergrijzenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:donner à blanchir • in de was doen♦voorbeelden:1. v1) wit/bleek/grijs worden2) bleken4) vrijpleiten5) witwassen2. se blanchirv -
2 affirmer
affirmer [aafiermee]1 beweren ⇒ verklaren, verzekeren3 duidelijk tonen ⇒ doen gelden, tot uitdrukking brengen♦voorbeelden:1. v1) bevestigen2) beweren, verklaren2. s'affirmerv
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский